En toen kwam het hele verkiezingscircus naar Madison. Aanstaande dinsdag is hier de plaatselijke primary, en nu, in het heetst van de strijd, zetten alle kampen hun hoogste troeven in om de twijfelende kiezers over de streep te trekken. In het geval van Hillary betekent dat: dochterlief en manlief. Chelsea was al langsgeweest, vandaag is het de beurt aan Bill. De plaats van handeling is, nota bene, een grote koeienstal waar normaliter de gaafste exemplaren vee paraderen voor het keurende oog van dierenartsen en handelaars. Het ruikt er naar hooi en mest, geen ideale habitat voor de eerste zwarte president van de VS, zoals Toni Morrison hem ooit betitelde, maar het kan Bill allemaal niet deren. Hij heeft er zichtbaar zin in, zijn bolle wangen worden langzamerhand steeds roder, en je kan merken hoe leuk deze man het vindt om, al is het in een stinkende stal, alle aandacht op zich gericht te zien. Een windvlaag blaast de blaadjes van zijn speech weg maar Bill keuvelt geanimeerd door, vertelt grapjes, flirt met de meisjes op de eerste rij ('Bill, do you wanna be my Valentine?' staat er op hun spandoek) - en vol melancholie praat hij over vroeger, dat verre verleden vóór Bush, toen hijzelf nog Valentijnsdag vierde in het Witte Huis. Wat zou ie graag weer terugkeren...
Eerder op de dag vereerde Bill's dorpsgenoot uit Hope, Arkansas de stad met een bezoek. De republikeinse kandidaat Mike Huckabee trekt een ander publiek: hier komen de rednecks, bleke tienermoeders met nu al een hele schare jong grut om zich heen, diepgelovige vrachtwagenchauffeurs en keutelboeren, chagrijnige opa's met een door oma gebreide Stars and Stripes trui. Huckabee heeft, net als Clinton, een grappig zuidelijk accent - Tuesday wordt "Tuesdee" - en dat geeft hem, ondanks zijn publiek en zijn boodschap, iets beminnelijks. Zo heeft het ook wel iets charmants dat deze dominee, al heeft hij geen enkele kans meer om de verkiezingen te winnen, toch koppig door blijft gaan, gewoon om een beetje te plagen en te stoken. Zijn gehoor vindt dat anti-establishment in ieder geval prachtig, net als zijn stellingname pro-life (een eufemisme voor 'dood alle abortusartsen'), en de tirades tegen hoeren, gokkers, immigranten en islamofascism - een term die in Nederland ook wel gebezigd wordt, maar dan in andere kringen. Zoals Theo van Gogh tegen zichzelf gezegd zou hebben: met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.
Maar de klapper van de week was natuurlijk toen de Uitverkorene zelf naar Madison kwam. Het zoemde al een paar dagen rond in collegezalen, cafeetjes, bij de kassa van de supermarkt: "Heb je het al gehoord? Hij komt!" En dinsdag was het dan zover. De ingang van het Kohl Center, Madison's sportpaleis waar alle grote basketball en ijshockey wedstrijden gespeeld worden, zag een paar uur voor aanvang al zwart van de mensen. Het was als een popconcert: hordes jongens en meisjes die opgewonden giegelend de kou trotseerden om een glimp van hun idool te kunnen zien en elkaar joelend vertrapten toen de deuren opengingen. Eenmaal binnen ging de wave een paar keer door het stadion - 20.000 man - er werd geyelld en gezongen, en toen, na nog een paar uur wachten, was ie er. Obama!
Net die avond had Obama weer drie staten gewonnen, en hijzelf, en die gigantische menigte, waren euforisch. Hij probeerde zich alvast een soort presidentiële allure te verlenen, sprak enkel over McCain en niet meer over Clinton, en iedere keer dat er weer een van zijn bekende, inmiddels geheel uitgekauwde soundbites langskwam barstte het gepeupel uit in een gigantisch gebrul alsof het de Messias zelf was die sprak. We Gonna Heal This Nation! We Gonna Fulfill The American Dream! Yes We Can!
Nu is Obama de slechtste niet, en zijn charme, bevlogenheid en eloquentie staan buiten kijf, maar het had allemaal iets tenenkrommends, soms zelfs beangstigends. Zo'n zelfverkozen volksmennerij had ik nog nooit gezien, en tegen beter weten in moest ik denken aan de zwart-wit beelden van Leni Riefenstahl's Triumph des Willens. Maar dan op z'n Amerikaans, met een soort gespeelde authenticiteit: er werden zogenaamd zelf-gemaakte spandoeken verspreid op strategische plekken in de hal, en een vooraf geselecteerd, keurig gemengd publiek van oud en jong en wit en zwart werd achter Obama's spreekgestoelte gepositioneerd, precies in het blikveld van de camera's. Twee jongens met een onschuldig, wél zelf-gemaakt spandoek ('911-Truth Now') werden hardhandig uit de zaal getrapt door Obama's beveiliging. En misschien nog wel het ergste: de volzinnen van Obama bleken te berusten op een ingenieuze autocue, verdekt afgespeeld op twee doorzichtige plastic schermen aan weerszijden van de Grote Verlosser. Kijk maar goed naar deze beelden van de speech, en je ziet dat Obama altijd óf naar links, óf naar rechts praat - zorgvuldig beproefde en uitgecalculeerde zinswendingen die op tv de suggestie wekken van geïmproviseerde, jongensachtige openheid.
En zo werd mijn aanvankelijke naïeve optimisme ruw verstoord door de harde werkelijkheid van de Amerikaanse showbizz democratie. Niet dat het veel kwaad kan: na zeven lange droge jaren onder Bush snakt het land naar een nieuwe periode van voorspoed en vooruitgang, en Obama, met zijn profetische, messianistische rhetoriek, voldoet precies aan die verlangens. Zijn rally was de grootse politieke bijeenkomst van een presidentskandidaat in de geschiedenis van Wisconsin, en voor het eerst in decennia lijkt het opkomstpercentage bij de voorverkiezingen, hier doorgaans zo rond de 30%, hoger uit te gaan vallen. En ik moet toegeven dat het Amerikaanse politieke bestel toch opvallend goed blijkt te werken: de oudste democratie ter wereld bewijst weer eens, ook na alle fraude en deceptie van de afgelopen jaren, weerbarstiger te zijn dan de cynici (onder wie ikzelf) bevroedden. Niettemin was ik, voor één keertje, blij om uit een land te komen waar politici geen volksscharen bespelen met de belofte van hoop en vooruitgang. En waar de premier gewoon een bebrild en bebloempot ventje is dat niet uit zijn woorden kan komen.
Saturday, February 16, 2008
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment