Wednesday, May 21, 2008

Union Terrace

De lente heeft veel voordelen, maar eentje daarvan blijft nogal eens onopgemerkt, en dat is deze: als iedereen zich na een lange winter weer naar buiten waagt, dan biedt al dat opgekropte exhibitionisme een ideale mogelijkheid tot onverholen sociologische observatie. En Madison heeft daar bovendien de perfecte onderzoeksomstandigheden voor gecreëerd: een groot, zonovergoten terras aan de oever van het meer, met dobberende zeilbootjes en klotsende golven op de achtergrond en grote glazen schuimend bier binnen aller handbereik - zonder enige twijfel het beste universiteitscafé tussen Berlijn en Berkeley. Dus hier, op Union Terrace, slijt een ieder nu de steeds langer wordende dagen, hier wordt de laatste hand gelegd aan tentamens en papers, de eerste zomerzon aanbeden, en bovenal, hier laat de Amerikaanse middelmaat zich openlijk bespieden in al zijn platvloerse ondoorgrondelijkheid.


Een van de eerste dingen die opvallen, en dat zal misschien verbazen, is het alomtegenwoordige gelijkheidsideaal. In de Oude Wereld proef je nog wel eens het residu van diepgewortelde standenverschillen en aristocratische dweepzucht, en zelfs in een land bevolkt door middenstanders als het onze bepalen afkomst, opleiding, taalgebruik en vooral smaak nog altijd voor een belangrijk deel iemands maatschappelijke positie. Hoofdstedelijke gymnasiasten voelen zich van een hoger orde dan plattelandse scholengemeenschappers, wie plat praat wordt zelden serieus genomen, en een ieder die zichzelf belangrijk genoeg vindt doet z'n uiterste best zich te onderscheiden van het gepeupelte: door bepaalde kleren te dragen bijvoorbeeld, naar bepaalde café's te gaan, naar bepaalde muziek te luisteren - zolang het maar getuigt van smaak. En smaak, zoveel moge duidelijk zijn, is een begrip dat onderscheid aanbrengt. Smaak is voor aristocraten.

Amerikanen daarentegen hebben geen smaak. De feiten zijn bekend: van freshman tot weledelhooggeleerde lopen ze in sportschoen, joggingbroek en baseballpet, ze praten allemaal hetzelfde, betrekkelijk nuance-arme taaltje, ze eten allemaal dezelfde hamburgers in dezelfde wegrestaurants, en ze vinden alles even 'awesome'. In het o zo aristocratische Europa wordt deze eigenaardigheid vaak in onbegrip afgedaan als 'oppervlakkigheid', 'gebrek aan cultuur', of, natuurlijk, 'slechte smaak'. Maar de zaak ligt een stuk simpeler. Amerikanen zijn namelijk gewoon veel democratischer dan Europeanen, en dat bedoel ik niet zozeer in de politieke zin van het woord, maar in de sociale: iedereen is gelijk, period. En dus maakt het niet uit wat je draagt, wat je eet, en hoe je praat - zolang je maar succes hebt en geld verdient. De enige factor die hier onderscheid aanbrengt is rijkdom.

De gevolgen zijn dagelijks in alle glorie te aanschouwen op Union Terrace. Geen groepjes van rechtse corpsballen of linkse alto's, geen typische filosofiestudenten of provinciale HBO'ers, maar enkel één grote massa van knalrode 'University of Wisconsin' sweaters. Tuurlijk, de coasties van de Oostkust hebben rijke papa's en worden daarom een beetje benijd, maar dat is ook het enige. Verder schikt iedereen zich welwillend onder het knellende juk van de grote gemene deler.

Is dat erg? Ja en nee. Het grote voordeel van zo'n onbetwist egalitarisme is dat het veel makkelijker wordt voor buitenstaanders om zich te voegen naar de heersende norm. Madison's studentenbevolking is veel internationaler dan die van welke Europese universiteit dan ook, maar al die Chinezen, Brazilianen, Egyptenaren en Senegalezen weten moeiteloos op te gaan in de lokale gebruiken. Trek een rode trui aan, zeg om de zoveel woorden 'awesome', eet je dagelijkse hamburger en je bent Amerikaan. Zo makkelijk kan integratie dus zijn. En let wel, mét het volle, onvoorwaardelijke behoud van allerlei culturele snuisterijen, zoals, ik noem maar wat, religie.

Maar er is natuurlijk ook een keerzijde, of eigenlijk twee. De eerste ligt voor de hand, al heb ik daar nog geen Amerikaan van kunnen overtuigen: een leven zonder smaak is oersaai. Als esthetiek geen factor van belang is, etiquette niet bestaat en onderscheidingsvermogen enkel tot uiting komt op je bankrekening, dan blijft er weinig zout over in de pap. Dus dan ga je maar barbecuen - of je te pletter werken natuurlijk.

De tweede keerzijde is ernstiger. Het Amerikaanse egalitarisme mag dan relatief gunstig zijn voor immigranten, wie zich niet compromitteert aan de gemene deler valt al snel buiten de boot als een regelrechte loser. En de dupe hiervan is vooral die bevolkingsgroep die eigenlijk al het langst op Amerikaanse bodem verkeert en daarom, in tegenstelling to veel nieuwkomers, een eigen onderscheidende cultuur bezit: de zwarten. Het beetje zout in de Amerikaanse pap is van zwarte makelij, maar het lijkt wel alsof juist daarom de situatie van de Afro-Americans nog steeds zo schrijnend is. Zo heeft Madison z'n paar zwervers, en die zijn bijna zonder uitzondering zwart - en nooit mengen ze zich onder de spierwitte meute die zich tegoed doet aan de zon op Union Terrace. Terwijl alle soorten immigranten langzamerhand hun verleden vergeten en opgaan in de verstikkende vaart des volks, blijven de zwarten de buitenbeentjes, de enigen met een historisch gewortelde groepsidentiteit en onderscheidingsvermogen - de enigen, kortom, met smaak.

Het is al vaker opgemerkt: alleen in Amerika maakt de zoon van een immigrant gerede kans om tot president te worden benoemd, maar als Obama's roots luttele eeuwen terug zouden gaan naar een katoenplantage in Virginia, had hij nooit op zo'n manier 's lands middelmaat in vervoering kunnen brengen. Ras is dus niet de bepalende factor, waar het om gaat is de drang tot eigenheid - een drang die Obama ten enenmale niet bezit. Obama is geen aristocraat, en daarom is ie zo succesvol, in tegenstelling tot de meeste zwarten. Zij zijn als verarmde edellieden die zich beroepen op hun bijzondere stamboom, op hun speciale omgangsvormen, op hun cultuur, terwijl het plebs er met alle poen vandoor gaat. Ze zijn eigenlijk een beetje de Europeanen van Amerika.

Sunday, May 11, 2008

Cornhole

Amerikanen kunnen niet stilzitten. Nu het weer warmer wordt zie je ze zelden gewoon oeverloos ouwehoeren op een terrasje, want 'vrije tijd' komt niet voor in hun woordenboek. Er is alleen zoiets als 'recreatie', en onder het motto 'als je maar bezig blijft!' wordt er overal lustig gejoggd, gefrisbeed, en, als het even kan, gebarbecued - met een geblakerde hamburger om de gekoesterde illusie in stand te houden dat het Wilde Westen nog geen verleden tijd is.

Vast onderdeel van het barbecue-ritueel is een willekeurig bijbehorend spel, want Amerikanen willen ook altijd kunnen winnen. En het liefst een spel dat niet alleen uitzicht biedt op winst, maar ook op dronkenschap. Veruit de populairste bezigheid is dan ook het infame beerpong: een grote tafel met aan weerszijden bekers bier, en als de tegenstander er vanaf de andere kant een pingpongballetje ingooit moet je alles opdrinken.


Wél leuk is een ander spel, dat het beste van de Oude en de Nieuwe Wereld in zich verenigt. Het is een variant op baseball, maar dan met een voetbal en een grote biertap. Zet de tap op het tweede honk en geef ieder een gevuld glas - waarna de slagman de bal zover mogelijk moet wegtrappen en, inclusief glas, de honks afrent voordat ie wordt afgegooid. Of een homerun trapt natuurlijk, en, idealiter, de tijd heeft z'n glas bij honk twee nog eventjes bij te vullen. Ook de veldspelers hebben een biertje in de hand, dus een vangbal is bepaald geen sinecure - en de drank vloeit dan ook rijkelijk.

Het dieptepunt van stompzinnigheid is echter het stupide cornhole, dat om bizarre redenen grenzeloos populair is - iedereen doet het. De ingrediënten: twee planken met een gat erin, een paar bean bags, en gooien maar. Wie het vaakst raak gooit wint. Lachen!

Maar het kan altijd nog erger. Voor de zwaarlijvigen onder ons voor wie dit toch nog teveel beweging vereist, is er een grandioos alternatief voorhanden: hetzelfde spel, maar dan in gokkastformaat! Kun je dus lekker op je barkruk blijven hangen, met bier en hamburgers binnen handbereik, dronken worden en ook nog winnen. Als je maar bezig blijft.

Thursday, May 8, 2008

Academic warming

Arctic Spring

Zoek de verschillen