Saturday, January 19, 2008

Stay warm!

Wat doe je als de temperatuur daalt tot -12 Fahrenheit? Een goed begin is om eerst eens te kijken hoe koud dat nou werkelijk is in vertrouwde graden Celsius, alvorens je nietsvermoedende neus buiten de deur te steken. De plaatselijke betweter biedt uitkomst: haal er 32 vanaf, vermenigvuldig dat dan met 5/9, en ziedaar, -24! Koud, kortom, erg koud. Wimpers vriezen vast, baardharen veranderen in kleine ijspegels, en een wollen burqa van mutsen, sjaals, truien en long underwear is het laatste redmiddel om ongeschonden over straat te gaan. Daar wagen zich enkel dampende SUV's en ronkende sneeuwmachine's, en de enkele naar buiten verstoten en verstoken roker. 'Welcome to the Mid-West', zegt zijn grijns.

Madison, hoofdstad van cheese country Wisconsin, bevindt zich op een smalle strook land tussen twee meren die bij -12 F een onmetelijke vlakte vormen van metersdik ijs. De stad is klein, binnen een paar stappen ben je aan de oever van die vlakte, en na nog een paar stappen sta je midden op het bevroren water. Dit is het territorium van winterse lieden: als Michelin-mannetjes ingepakte vissers die kleumend hengelen in een vers gedolven wak, en bleke surf dudes die met boards en kites over de met sneeuw bedekte ijsmassa sjezen. Maar verder is dit winter wonderland een oase van stilte, waar iedere pretentie tot Amerikaanse luidruchtigheid direkt gesmoord wordt in de ijle lucht en de knisperende sneeuw.


Hoe Amerikaans is Amerika eigenlijk? Ver van New York en nog verder van San Francisco lijkt het antwoord in eerste instantie simpel: erg Amerikaans. Het voorgeschotelde eten bestaat enkel uit een allegaartje van geur- en smaakstoffen, de koffie wordt geschonken per liter, en obligate small talk kan voor je het weet overgaan in diepgravende conversatie, en vice versa. Geliefkoosde grenzen tussen hoge en lage cultuur vervagen: goedlachse Nathan, een van de plaatselijke bleke surf dudes wiens voorouders ooit hun plaghut in Drenthe verwisselden voor een prefab in de Nieuwe Wereld, begint te praten over zijn scriptie over Nietzsche en Kierkegaard, gaat dan plotseling vol overtuiging over tot een bizar spelletje truth or dare (ik dacht altijd dat alleen kleuters dat spelen), om daarna ongegeneerd te betogen dat Amerika de nodige spiritualiteit mist, 'all this consumerism, you know, has made us, like, lose the connection, you know, with the earth, you know'.

Nathan is ook instigator van het lokale comité 'Madison Students Against War', en vol trots vertelt hij over die ene keer dat Halliburton, het door alumnus Dick Cheney's portemonnee geliefkoosde olieconcern, tevergeefs studenten kwam recruteren op de campus. Via een sit-in wisten Nathan en zijn vredelievende kameraden het verachte grootkapitaal buiten de deur te houden. Meer indruk maakt de eenzame demonstrant die in de vrieskou een gigantisch maar wankel peace symbool tegen omvallen probeert te beletten, en tegelijkertijd iedere passant een folder met 'Bring Our Troops Home Now' in de handen stopt. Maar hij is niet de enige die demonstreert: verderop vraagt een andere lobbygroep om de aandacht van zondige voorbijgangers, de 'Wisconsin Women Against Abortion'.

Is dit stadje, ingeklemd tussen twee ijzige vlaktes, Amerika in het klein? Of beletten Europese cliché's, gekleurd door teveel afleveringen van Happy Days en The Sopranos, bij voorbaat ieder objectief, van zowel superioriteitsgevoel als minderwaardigheidscomplex gespeend oordeel over wat Amerika is of zou moeten zijn? Hoe het ook zij, symbolen te over. Hier, in het ijzige water van Madison's Lake Monona, crashte ooit het vleigtuig van Otis Redding en zijn band. Amerika's meest gemiste popster verzoop hier. Jaren later verzoop hier ook het Vrijheidsbeeld, met het bevroren water tot over de lippen.

De bewoners van MadCity hebben een aardige afscheidsgroet die wapent tegen een dergelijk lot. Hier geen 'fijne dag!' of, nog erger, 'prettig weekend!' als je een winkel verlaat, maar een groet die zowel bemoedigt als waarschuwt en de bittere noodzaak bij -12F treffend samenvat: 'Stay warm!'

No comments: